De Wereld van Religies nr. 44, november-december 2010 —
Het enorme succes van Xavier Beauvois' film Of Gods and Men verheugt me enorm. Dit enthousiasme is niet zonder verrassingen, en ik wil hier graag uitleggen waarom deze film mij zo raakte en waarom ik denk dat hij zoveel kijkers heeft geraakt. Het eerste sterke punt is de soberheid en traagheid. Geen grootse toespraken, weinig muziek, lange "sequentieshots" waarbij de camera focust op gezichten en houdingen, in plaats van een reeks snelle, afwisselende shots zoals in trailers.
In een hectische, lawaaierige wereld waar alles te snel gaat , laat deze film ons twee uur lang onderdompelen in een andere tijdelijkheid die leidt tot innerlijkheid. Sommigen slagen daar niet in en raken een beetje verveeld, maar de meeste toeschouwers beleven een zeer rijke innerlijke reis. Want de monniken van Tibhirine, gespeeld door bewonderenswaardige acteurs, nemen ons mee in hun geloof en hun twijfels. En dit is de tweede grote kwaliteit van de film: ver van enig manicheïsme toont hij ons de aarzelingen van de monniken, hun sterke en zwakke punten.
Zo dicht mogelijk bij de realiteit filmend, en perfect ondersteund door monnik Henri Quinson, schetst Xavier Beauvois het portret van mannen die het tegenovergestelde zijn van Hollywood-superhelden, tegelijk gekweld en sereen, angstig en zelfverzekerd, en die zich voortdurend afvragen of het wel zin heeft om op een plek te blijven waar ze elk moment het risico lopen vermoord te worden. Deze monniken, die desondanks een leven leiden aan de andere kant van ons, raken ons dan nabij. We worden geraakt, gelovig of niet, door hun heldere geloof en hun angsten, we begrijpen hun twijfels, we voelen hun verbondenheid met deze plek en de bevolking.
Deze loyaliteit aan de dorpelingen met wie ze samenleven, en die ook de belangrijkste reden zal zijn voor hun weigering om te vertrekken, en daarmee voor hun tragische einde, vormt ongetwijfeld de derde kracht van deze film. Omdat deze katholieke religieuzen ervoor hebben gekozen om te leven in een islamitisch land dat ze diep liefhebben, en ze onderhouden met de bevolking een vertrouwens- en vriendschapsrelatie die aantoont dat de botsing der beschavingen geenszins onvermijdelijk is. Wanneer we elkaar kennen, wanneer we samenleven, vallen angsten en vooroordelen weg en kan iedereen zijn of haar geloof beleven met respect voor dat van de ander.
Dit is wat de prior van het klooster, pater Christian de Chergé, op ontroerende wijze verwoordt in zijn geestelijk testament, voorgelezen door Lambert Wilson aan het einde van de film, wanneer de monniken worden ontvoerd en vertrekken naar hun tragische bestemming: "Als ik ooit – en dat zou vandaag kunnen zijn – het slachtoffer zou worden van het terrorisme dat nu alle buitenlanders die in Algerije wonen lijkt te willen overspoelen, zou ik willen dat mijn gemeenschap, mijn Kerk, mijn familie zich herinneren dat mijn leven aan God en aan dit land is gegeven […]. Ik heb lang genoeg geleefd om te weten dat ik medeplichtig ben aan het kwaad dat helaas in de wereld lijkt te heersen, en zelfs aan datgene wat mij blindelings zou treffen […]. Ik zou graag, wanneer de tijd daar is, dat moment van helderheid willen hebben dat me in staat stelt om vergeving te zoeken bij God en die van mijn broeders in de mensheid, en tegelijkertijd iedereen die mij kwaad heeft gedaan van harte te vergeven […]."
Het verhaal van deze monniken is niet alleen een getuigenis van geloof, maar ook een ware les in menselijkheid.