De Wereld van Religies nr. 54 – juli/augustus 2012 —
Steeds meer wetenschappelijke studies tonen de correlatie aan tussen geloof en genezing en bevestigen observaties die al sinds mensenheugenis zijn gedaan: het denkende dier, de mens, heeft een andere relatie met leven, ziekte en dood, afhankelijk van de mate van vertrouwen waarin hij zich bevindt. Vanuit het vertrouwen in zichzelf, in de therapeut, in de wetenschap, in God, via de paden van het placebo-effect, rijst een cruciale vraag: helpt geloven bij genezing? Welke invloeden heeft de geest – bijvoorbeeld door gebed of meditatie – op het genezingsproces? Welke rol kunnen de eigen overtuigingen van de arts spelen in zijn zorg- en hulpverleningsrelatie met de patiënt? Deze belangrijke vragen werpen nieuw licht op de essentiële vragen: wat is ziekte? Wat betekent 'genezing'?
Genezing is uiteindelijk altijd zelfgenezing: het zijn het lichaam en de geest van de patiënt die de genezing bewerkstelligen. Door celregeneratie herwint het lichaam een verloren evenwicht. Het is vaak nuttig, zelfs noodzakelijk, om het zieke lichaam te helpen door middel van therapeutische maatregelen en de opname van medicijnen. Maar deze helpen alleen het zelfgenezingsproces van de patiënt. De psychologische dimensie, geloof, moraal en de relationele omgeving spelen ook een bepalende rol in dit genezingsproces. Het is daarom de hele persoon die wordt gemobiliseerd om te genezen. Het evenwicht van lichaam en geest kan niet worden hersteld zonder een oprechte inzet van de patiënt om zijn gezondheid te herwinnen, zonder vertrouwen in de verleende zorg en mogelijk, voor sommigen, een vertrouwen in het leven in het algemeen of in een welwillende hogere macht die hen helpt. Evenzo kan een genezing, dat wil zeggen een terugkeer naar evenwicht, soms niet worden bereikt zonder dat er ook een verandering plaatsvindt in de omgeving van de patiënt: zijn ritme en levensstijl, zijn dieet, zijn manier van ademhalen of zijn lichaam behandelen, zijn emotionele, vriendschappelijke en professionele relaties. Omdat veel ziekten een lokaal symptoom zijn van een meer globale disbalans in het leven van de patiënt. Als de patiënt zich hiervan niet bewust wordt, zal hij van ziekte naar ziekte gaan, of last krijgen van chronische ziekten, depressies, enzovoort.
Wat de paden naar genezing ons leren, is dat we een mens niet als een machine kunnen behandelen. We kunnen een mens niet behandelen zoals we een fiets repareren, door een krom wiel of een lekke band te verwisselen. Het is de sociale, emotionele en spirituele dimensie van de mens die tot uiting komt in ziekte, en het is deze mondiale dimensie waarmee rekening moet worden gehouden bij de behandeling. Zolang we dit niet echt hebben geïntegreerd, bestaat de kans dat Frankrijk nog lang wereldkampioen zal blijven in het gebruik van angstremmers en antidepressiva en in het tekort aan sociale zekerheid.