Psychologies Magazine, juni 2001 —
In 1982 vierde ik mijn twintigste verjaardag in India. Negentien jaar later keerde ik er terug voor interviews met de Dalai Lama voor een boek. De redenen die me ooit tot deze reis dreven en de sporen die het bij me achterliet, komen weer bij me terug. Destijds vroeg ik me al jaren af wat de zin van het bestaan was, ik studeerde filosofie in Zwitserland en had nog vier maanden voor de boeg.
India, de ultieme inwijdingsreis, is een voor de hand liggende keuze geworden. Mijn generatie, die na mei 1968, die zich heeft losgemaakt van elke ideologische strijd, weet dat politiek alleen de wereld niet zal veranderen. Wil er een revolutie komen, dan moet die eerst intern zijn, gebaseerd op filosofie, psychologie en spiritualiteit. Tegelijkertijd zijn de deuren van onze eigen spirituele tradities ons vreemd geworden: versleten woorden, te veel dogma's en normen, een gebureaucratiseerde geestelijkheid, minachting voor het lichaam.
Paradoxaal genoeg lijkt India dichterbij ons: ervaring staat voorop boven theorie, spiritueel werk dat lichaam en emoties integreert, psycholichamelijke technieken zijn effectief en iedereen heeft de vrijheid om zijn eigen pad te volgen met een meester naar keuze.
Deze oosterse wijsheden richten zich ook op de tekortkomingen van westerlingen, die zich niet prettig voelen in hun lichaam, gedesoriënteerd zijn door hun emoties en een gebrek aan zingeving kennen. Sinds mijn adolescentie beoefende ik jarenlang vechtsporten en yoga. Tijdens deze eerste reis leerde ik mediteren in de Tibetaanse kloosters in Noord-India. Maar, zoals de Dalai Lama en Arnaud Desjardins ons voortdurend voorhouden, zou het zonde zijn als deze behoefte aan het Oosten ons de schatten van onze eigen tradities zou doen vergeten. Sterker nog, India bracht me er ook toe de spirituele diepgang van het christendom te herontdekken dankzij twee onvergetelijke verblijven: in een hospice en een leprakolonie gerund door de zusters van Moeder Teresa. Ik ontdekte compassie in actie, een diepe vreugde en een ongelooflijke solidariteit onder de allerarmsten. Mijn waarden – die geluk min of meer bewust associeerden met fysiek en materieel welzijn – werden op hun kop gezet. De kracht van de boodschap van Christus en van de evangelische liefde, het belang van meditatie en de herverbinding tussen lichaam en geest: dit zijn uiteindelijk de twee boodschappen die deze inwijdingsreis in mij heeft gegrift.
Tijdens mijn tweede en recente reis naar India heb ik dit uitgebreid besproken met een Tibetaanse lama. Aan het einde van ons gesprek zei hij met een brede glimlach tegen me: "Ik ben blij dat je christen bent." "En ik ben blij dat je boeddhist bent!" antwoordde ik spontaan. Ik herinner me Gandhi's woorden: "Wanneer je de kern van één religie hebt bereikt, heb je de kern van alle religies bereikt."
Tegenwoordig merk ik dat India nog steeds een sterke aantrekkingskracht uitoefent op veel westerlingen die op zoek zijn naar wijsheid. Ik ontmoet jonge Europeanen en Amerikanen die enkele maanden in India zijn komen wonen. Hun uiterlijk is veranderd: kort haar, nette spijkerbroeken, laptops in plaats van gitaren. De meesten van hen melden dat de grote hindoeïstische ashrams in het zuiden, die van Poona of Pondicherry, leeglopen ten gunste van de boeddhistische kloosters die zich sinds de ballingschap van de Tibetanen in 1959 (het boeddhisme was uit India verdreven door de veroveringen van de islam) over de Himalaya hebben verspreid. Deze evolutie komt uiteindelijk overeen met wat we de afgelopen twintig jaar in onze rijke landen hebben waargenomen: het groeiende succes van het boeddhisme ten koste van de traditionele westerse religies, maar ook van het hindoeïsme, dat in ons land in de jaren zestig en zeventig zijn hoogtijdagen beleefde.
Pragmatisch en effectief stelt het boeddhisme westerlingen in staat de verloren sleutels tot hun 'innerlijke Oosten' te herontdekken zonder bepaalde verworvenheden van de moderne rationaliteit en wetenschappelijke kritiek in twijfel te trekken. "Geloof niets wat ik je leer zonder het zelf ervaren te hebben," bevestigde de Boeddha.
Over het boeddhisme willen we twee recente boeken noemen:
• voor een eerste inleiding: “Wise Words of the Dalai Lama” (Editions 1, 2001).
• voor verdere studie: “Encyclopedic Dictionary of Buddhism”, door Philippe Cornu (Le Seuil, 2001).
Juni 2001